Menno

Als invalkracht kwam ik in de meest uiteenlopende klassen terecht. Je had klasjes waar ik gewoon binnen kwam stappen en zó mijn ding kon doen. ‘Ja, juf, prima juf.’ En de kinderen hadden een houding van ‘leuk, wat gaan we doen’. Natuurlijk werd ik hier en daar een beetje uitgetest door sommige leerlingen, maar dat was in deze groepen minimaal. We hadden een gezellige dag en er werd lekker gewerkt.

Maar… je had er ook groepen tussen zitten zoals die van Menno.

Groep 8, een zogeheten ‘moeilijke groep’. De leerkracht van deze klas had er net een begeleidingstraject op zitten, maar dat had zijn vruchten helaas (nog) niet afgeworpen. De klas had zich tegen de leerkracht gekeerd en haar de oorlog verklaard. Het liep tegen het einde van het schooljaar en de leerkracht stond het huilen nader dan het lachen. Ze had nog een vrije dag staan, dus ik kwam een dagje invallen.

‘Nou, maak je borst maar nat met deze groep.’

‘Succes vandaag’.

‘Als er wat is, dan horen we het wel.’

Waren zo’n beetje wat opmerkingen die ik te horen kreeg toen ik naar de klas toe liep.

Wat ik fijn vind is om de namen van de kinderen te weten met wie ik werk. Ik heb een goed geheugen voor namen, dus meestal weet ik ze wel binnen een half uurtje. Bij het namenrondje (ik maak dan meteen even een plattegrondje voor mezelf), was er een jongen die zei dat hij Menno heette. Er ging een klein alarmbelletje bij mij rinkelen. Ik heb met honderden kinderen gewerkt en mijn gevoel zei me dat er iets niet klopte. ‘Heet jij echt Menno?’ vroeg ik. ‘Ja, hoezo, ik zeg toch dat ik zo heet’, zei de jongen. ‘Ik weet niet of jij wel een Menno bent’, zei ik. ‘Maar als jij zegt dat je Menno heet, dan noem ik je Menno’, zei ik. En zo ging het namenrondje verder, waarbij er nog een andere jongen een naam noemde waar ik over twijfelde. Maar goed. Als er al iets niet klopte, dan was dat voor later.

We gingen aan de slag. Tenminste. Dat was het plan.

Toen ik wilde beginnen met de les, zei iemand ‘Juf, doe maar geen moeite hoor, wij zijn toch een kutklas’.

Ik was even stil. Die opmerking raakte mij diep.

‘Lieve schatten’ zei ik. ‘Daar geloof ik niets van. Wie zegt dat?’

‘De juffen en de meesters. Onze ouders’.

‘En wat vinden jullie zelf?’ vroeg ik.

Het was even stil. Toen zei iemand: ‘Ik denk dat dat wel zo is’.

‘Nou, ik niet’, zei ik.

We gingen aan het werk. Ik vroeg de kinderen om op te schrijven hoe de wereld eruit zou zien als ze de beste versie van zichzelf zouden zijn. De leukste klas. Die de meest gave dingen zou doen.

Het was doodstil. De een was aan het nadenken, de ander had geen idee, de volgende was aan het schrijven. Na een tijdje verzamelde ik de papieren.

‘Hoe was dit voor jullie?’ vroeg ik.

‘Anders’. ‘Leuk’. ‘Stom’. ‘Saai’. ‘Best leuk’. ‘Ik heb er eigenlijk nog nooit zo over nagedacht’. ‘Ik weet niet wat je bedoelt’. ‘Wat moet ik opschrijven?’ ‘Ik denk dat ik het wel goed heb gedaan.’ ‘En denk dat ik het fout heb gedaan’.

‘Zullen we vandaag net doen alsof jullie de beste klas ooit zijn?’ zei ik.

En er volgde een klassengesprek over hoe dat dan eruit zou zien.

Uiteindelijk vonden de kinderen het goed. Hier en daar nog wat aarzeling. Ongeloof. ‘Het is toch niet zo, dus waarom zouden we doen alsof?’

‘We maken er een challenge van,’ zei ik. ‘Ik beloof dat ik vandaag de beste juf voor jullie zal zijn die ik kan zijn en jullie de beste versie van jezelf en de leukste klas. ‘

Dat leek ze wel wat.

‘Ok, en wat krijgen we als we meedoen?’ vroeg iemand.

‘Wat zou je graag willen?’

‘Zelf kiezen wat we doen met gym vanmiddag’.

‘Prima.’

We gingen aan het werk. En natuurlijk waren er uitdagingen links en rechts. Natuurlijk vlogen er kinderen hier en daar uit de bocht qua gedrag. Niemand zou me serieus nemen als ik nu zou zeggen dat er de hele dag geen vuiltje aan de lucht zou zijn geweest.

Bullshit.

Maar…

Ondanks dat allemaal voelde ik dat ieder kind zijn best deed. Zijn best om de beste versie te zijn van zichzelf. Ik deed mijn best om te luisteren naar de kinderen. Contact te maken. Verhalen te vertellen. Ruimte maken voor hun verhaal. Tijd voor ze te nemen. Hen serieus te nemen. Problemen die zich voordeden samen op te lossen.

Ik had een topdag. Ik vond het bijzonder dat sommige kinderen me in vertrouwen namen. Hun verhaal wilden vertellen. Even huilen. En dan weer opgelucht verder gingen. Een jongen die een mop kwam vertellen.

Kinderen die moeite hadden met netjes schrijven echt hun best aan het doen waren om iets leesbaars voor mij op papier te zetten.

Kinderen die elkaar aan het uitdagen waren hun best deden om hun aandacht meer bij zichzelf te houden.

In de pauze zat ik in de lerarenkamer. ‘Hoe ging het vanmorgen?’ werd er gevraagd.

‘Prima hoor, leuk groepje’.

‘Nou, dat is dan nieuw, want we hebben de hoop al opgegeven hoor, met deze groep valt niets meer te beginnen’.

’s Middags was er gym. Ze wilden een tikspel doen en voetballen. Prima. Een paar kinderen zetten het materiaal klaar. ‘Willen jullie zelf de teams maken of doe ik dat?’ vroeg ik.

‘Dat doen we zelf wel juf, want jij weet niet wie er goed kan spelen en wie niet en anders is het niet eerlijk’. Prima.

Het was een leuke gymles, er werd fanatiek gespeeld. Sportief ook. Soms ging het net iets harder dan de bedoeling was, maar het ging net goed. Opeens hoorde ik ‘Hé Mitchell! Hier!’

Mitchell?? Er zat helemaal geen Mitchell in deze klas! Er begon me iets te dagen.

‘Menno! Kom eens even!’ riep ik. ‘Of moet ik Mitchell zeggen?’

Menno kwam aangelopen met de bal onder zijn arm. Hij grijnsde. De klas was doodstil.

Ik schoot in de lach. ‘Goeie grap jongens!’ Ik ben er de hele dag ingetuind!

En zo volgden er nog een paar namen die waren omgewisseld of verzonnen.

‘Ben je niet boos juf?’

‘Boos? Nee joh, lachen toch! Jullie kunnen me alles wijsmaken vandaag!’ De klas slaakte een zucht van verlichting.

We deden nog een tikspel tot slot en toen was het tijd om om te kleden.

Ik riep de klas nog even bij elkaar om samen de dag samen af te sluiten.

‘Ik vond jullie echt een topklas vandaag. Jullie hebben mij de beste versie van jezelf laten zien vandaag. Dankjewel daarvoor. En voor jullie vertrouwen in mij’.

‘Jij bent best een coole juf.’

‘Bedankt dat je ons geen straf hebt gegeven voor die namen’.

‘Kom je morgen weer?’

‘Nee, morgen is jullie eigen juf er weer.’

‘O’.

‘Geef haar een kans. Om de beste versie van zichzelf te zijn voor jullie’.

Onder andere deze klas heeft mij doen besluiten om te doen wat ik nu doe.

Ik kan niet met een toverstaf zwaaien en in één dag alle problemen oplossen of patronen doorbreken die er al heel lang zijn.

Maar wat ik wél kan doen is de beste versie van mezelf zijn.

En in een traject van een paar maanden krijgen we dit samen wél voor elkaar.

Want als kinderen de basisschool verlaten met het idee dat ze in een ‘kutklas’ hebben gezeten, dan is dat niet ok. Dat ze denken dat het er toch niet toe doet wat ze doen, of niet doen. Dat niemand om ze geeft, dat ze niet belangrijk zijn. Dat ze toch al ‘opgegeven’ zijn. Hoe sta je dan in de wereld, in je leven, in onze samenleving? Hoe ga je dan relaties aan? Hoe ga je je schoolcarrière vervolgen? Opleidingen? Op basis waarvan neem je je beslissingen?

Ieder kind is belangrijk. Iedere leerkracht. Iedereen doet ertoe.

Iedereen zou met een gezonde dosis zelfvertrouwen en eigenwaarde de wijde wereld in moeten kunnen trekken om talenten te ontwikkelen en zichzelf te ontplooien.

Als onderwijsprofessionals hebben wij de taak om te doen wat nodig is om kinderen iets te leren. Op wel gebied dan ook. Geef alsjeblieft nooit op. Zoek hulp, kijk wat er mogelijk is, zorg goed voor jezelf en geef nooit op.

Dus, dat is wat ik doe. Met alles wat ik heb. Omdat ik de beste versie van mezelf wil zijn. En leerkrachten en kinderen leren om dat ook te doen.

Dankjewel Menno en de hele klas. Jullie zijn nog steeds elke dag een bron van inspiratie voor me.

Groeten,

Rixta

PS. Wil je op de hoogte blijven van mijn ideeën, plannen en acties?

Ben je benieuwd naar mijn nieuwe website waar je straks vanalles kunt vinden over lastig gedrag in de klas? Over moeilijke groepen? Over wat wél werkt?

Of ken je iemand die dit misschien wel interessant zou kunnen vinden?

Dan zou ik het supertof vinden als je dit bericht zou liken en doorsturen of delen.

Dan help jij mij om komende periode om héél veel kinderen en leerkrachten weer te helpen als het even niet zo lekker loopt op school. Omdat ieder kind het verdient om een fijne tijd op de basisschool te hebben. En leerkrachten ook.

En als je nu een vraag hebt, kun je me natuurlijk een bericht sturen.

Geen probleem.

PS.PS. Ik ben ook superbenieuwd naar jouw reactie over de Menno’s en Mitchells in je klas.  Laat je hieronder een bericht achter?

Over de schrijver
Reactie plaatsen